vrijdag 13 maart 2015

zelfportret

Bij beeldende kunst mochten we een zelfportret maken, in de ruimste zin van het woord.
Je pakte een groot vel papier uit de la en zei: ‘Dit ga ik helemaal vol krabbelen.’ Zo kon je met andere mensen blijven praten, en je nauwkeurigheid de ruimte geven. Ik vond dat het bij je paste. Voor mezelf timmerde ik een boekenkastje, ik zou hem later vullen. Je zei dat het lawaai maakte en vroeg of ik niet op de gang kon gaan werken.
Je kreeg je papier niet op tijd vol. Ik wilde tegen je zeggen dat dat ook bij je paste, maar ik zweeg en sloeg de laatste spijker op zijn plaats. Vanuit mijn ooghoek zag ik hoe je met de papiersnijder een stuk van het papier sneed. Toen je niet keek raapte ik het stuk op en vouwde er een vliegtuigje van. Ik legde hem in mijn boekenkast.