Veel deed hij er niet. Hij wandelde wat rond over het Engelse land en bedacht zich dat sommige dingen er net zo uitzagen als thuis, en andere dingen niet. Een gewone toerist dus.
Deze man had er een gewoonte van gemaakt om, bij wijze van ‘cultuurproeven’ (hoewel dat woord in die tijd natuurlijk nog niet bestond) te pas en te onpas mensen die hij tegenkwam aan te spreken. Gesprekken verliepen uitermate stroef want de man sprak zeer slecht Engels. Hij las dus vooral dingen voor uit zijn taalgids, waar wel vragen in stonden, maar geen antwoorden.
Op een grijze woensdag middag besloot de man om maar eens een echt Engelse pint te proberen in een plaatselijke pub. Hij miste het schuim, en wilde dat aan de vrouw naast hem vertellen. Hij zocht de juiste zin op in zijn gids, en begon een klein gesprekje. Hij was hier nu al enige tijd en sommige dingen verstond hij al. Omdat de vrouw niet zo goed wist wat ze met dit vreemde figuur aan moest, verontschuldigde ze zich en zei: ‘I’m sorry but I’m going to the loo.’
Toen de vrouw weg was, zocht de man in zijn taalgids op wat hij zojuist gehoord had:
I’m sorry: het spijt meDat laatste woord kon hij echter niet vinden. Dus noteerde hij het onderaan de lijst met nog ongedefinieerde woorden die hij bijhield op de achterpagina.
Going: gaan, weggaan
De vrouw kwam niet meer terug, dus ging de man maar weer naar zijn hotel, waar hij een kaart naar huis schreef:
Dag Greet,
Hoe gaat het met je? Met mij gaat het heel goed. Ik heb al heel veel bijzondere dingen gezien. Deze kaart is te klein om dat allemaal te vertellen, maar ik kan niet wachten hoor! Ik noem mezelf hier Robert, want niemand kan mijn naam normaal uitspreken. Gek hè? Wees gerust, het zal niet lang meer duren voor ik huiswaarts keer. De kerk op de voorkant heb ik gisteren in het echt gezien, mooi is ie hè?
Groetjes en zoals ze het hier zeggen:
Toedeloe!
Gerben.